Boek Piet Paaltjens                                   Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing



Contact  

Goddelijke knol

Was het van de IJzer of de Schelde?
Hij moet gelopen zijn met spreekbaar Vlaams
Een ransel Frans, een dief onder de oksels.

Hij likte vredig zijn vrouw uit het zand
Dronk de droogte weg en liet zorgzaam
Met zijn kloten spelen, een oorlog voorbij.

Zo gebeurde decennia later het wonder
De grootvader schilde en sneed de aardappel
In schijven en spleet ze tot vreemde stengels

Die hij droogde, met zout bepoederde in een
Oord ver van 's Gravenstenen. Op het hout
Gestookte fornuis stond de bruine pan.

Het ossevet werd gepookt tot temperaturen
Die hem tot in zijn bierglas deden zweten.
Angelus, sisten de frieten spattend in het

Scheermes van de tijd, terwijl de jongen
Iedere vrijdag de longen uit zijn magere
Lijf fietste om het kokhalzen te mijden

Dat katholieke vis hem wekelijks bood.
Gruwelijke god, wat waren zijn beentjes klein
En de honger groot op de dagen dat de borden

Goudgeel dampten, zout als een elixer werd
Toegevoegd en de goddelijke knol krokant het
Melkgebit raakte. Tanden genoegzaam kauwden

In een zee van weldadig speeksel, de huisduif
Vanaf zijn schouder loerde, hij zijn pet op het
Kale hoofd verschoof en zag dat het goed was.


Hans van de Waarsenburg 1943 - 2015
uit: Zuidwal. Meulenhoff 1995