Ziet die schoone vogt eens gloejen In het vers gespoelde glas: Ach! hij komt ons weer besproejen Of het Godenkermis was. Wie dien stroom mede op wil roejen Sa! die komt hier net van pas. Hey! daar op eens omgedronken Minnaars van den koelen wijn. Schoon u Nektar wiert geschonken, Ach! zij zou zoo goet niet zijn. Dit kan hart en nier ontfonken. Dits der Goden medicijn. 1708 Dichter onbekend. Uit: De dorstige dichter
omvattend een bescheiden verzameling gedichten en liederen uit nabij en ver verleden , handelende over den drank en zijn schenkplaats , over den dorstige en over de dorst v e r g a a r d door HAN. G. HOEKSTRA uitgegeven door: Bigot & van Rossum n.v. - Amsterdam 1939 |