De groenteman De groenteman van Roode School heeft een hoofd van rooie kool. De groenteman van Roode School Heeft een hoofd van rooie kool. Zijn ogen zijn twee uitjes. Zijn oren groene spruitjes. Zijn neus, dat is een paprika. Uit het verre Afrika. Zijn mond is een banaan. Met het prijsje er nog aan. Zijn borst is een meloen. En zijn buik is een pompoen. En zijn armen van opzij? Die zijn allebei van prei. Zijn benen dat zijn penen. En van knoflook zijn zijn tenen. De groenteman van Roode School. Met zijn hoofd van rooie kool. Het is niet goed met hem gegaan. Hij is zomaar in de soep gedaan. En nu zit hij thuis in een pan op het fornuis. Te stoven op het vuur nu al langer dan een uur. Want zijn vrouwtje, moet je weten, Vindt haar man om op te eten. De groenteman van Roode School had een hoofd van rooie kool. Koos Meinderts 1953 Uit: Er ging een vis uit fietsen 1997 |