De Herberg
Herbergzaam huis, dat wel een eeuw daar ligt den landweg langs die leidt naar verre steden, hoe velen hebt ge, als tot een gastvrij sticht, uw uitgesleten dorpel op zien treden. Wie moê zijn stap den avond tegenricht en loomheid zwaar voelt wegen in zijn schreden, groet blijder hart van wijd uw lampelicht, waar zoete nachtrust wacht zijn matte leden. Wel hem die eens, langs zijne levensbaan, het huis van zijn verlangen in mag gaan, waar teedre zorgen zijne komst verbeiden; waar, als waardin, ten drempel Liefde wacht, het welkom spreekt bij disch en haard en zacht haar blanke handen 't warme bedde spreiden. A. Sauwen. 1857 - 1938 Bron: Spiegel van de Nederlandse Poëzie door alle eeuwen 1100 - 1900 Samengesteld door Victor E. van Vriesland J.M. Meulenhoff Amsterdam 1955 |