Het Chineesche theekopje - (een studie) Het porselein, het dunne, is aan de binnenkant wit, gelijk aangedunde melk zonder een roomrand. Beschilderd met figuurtjes - een klein teer vrouwspostuurtje met twee mannen als buurtjes - is 't aan de buitenkant. Ovaal is 't vrouwenkopje en 't opgestoken haar, zwart als knoopjesdropje houdt een spang bij elkaar. 't Pruimenmondje coquetjes, als gevouwen servetjes driehoekig, vroom en netjes 't amandelogenpaar. Kaal zijn de mannenhoofdjes, rosig op 't schedelvlak, en boven de spleetoogjes wenkbrauwen dik, gitzwart. Langs het mondje, chagrijnig, bungelt verveeld, diklijnig, mealncholiek, venijnig, een snor als pruimtabak. Drie gouden cirkellijntjes stralen de hoofdjes om. Grillige tierlantijntjes op 't donkerglanzend fond: Chinese bloemmotieven, de Lotus der gelieven, figuren naar believen en goudvlakjes van zon. Max Schuchart, 1920 - 2005 Bron: Gerrit Komrij - De Nederlandse poëzie van de 19e en 20e eeuw in 1000 en enige gedichten. Uitg. Bert Bakker. |