Boek Piet Paaltjens                                   Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing



Contact  


Het maal
 
Des middags aten wij tesamen,
voor vijftig centen allebei;
waarvoor wij brood en thee bekwamen
en bovendien een steenhard ei.
 
Zij at met tamelijk pleizier,
voor 't oogenblik was ze vergeten
de hulploosheid van ons vertier,
en dat ons alles had gespeten
wat wij doorleefden; dat wij hier
als vreemden waren neergezeten.
 
Zij pelde dan een ei, ik hief
mijn kopje op als om te klinken,
en dat bedoelde ik heel lief,
en wou daarna een slokje drinken.
 
Zij, uit het land van kroes en glas,
scheen aan 't gebaar gewicht te hechten:
plots wist zij weer hoe alles was,
dat wij om eenheid moesten vechten,
en niets bereikten. Gaf het pas
aldus te schertsen met haar rechten?
 
Ons maal was toen geheel verstoord,
haar ei heeft zij niet opgegeten;
ik heb naar de muziek gehoord,
die door het zaaltje werd gesmeten.
En onze borden bleven staan
met brood en eieren belaan.
Ik schold mijzelf, de heele zooi.  
 
Ik riep den kellner, gaf een fooi
(verplichte gunst) en ging toen heen,
zij aan mijn arm, maar toch alleen;
meer dan de enkelen op straat,
die langs ons trokken, met verwachten
op het zelfingekeerd gelaat,
terwijl wij naar een eenheid trachtten,
die in geen hart geschreven staat. 

Maurits Mok  1907 - 1989
Uit: De Gemeenschap. Jaargang 8. Utrecht 1932