Huishouden Deze theedoek scheur ik bedachtzaam doormidden Het vaatwerk laat ik achteloos op de vloer te pletter vallen De bak met zeepsop keer ik rustig om boven het vloerkleed Met ons nieuwe broodmes snijd ik zorgvuldig de zitting van de bank aan repen De gordijnen bevielen me allang niet meer Uit de keuken komt de geur van verbrand voedsel me tegemoet Onze bankafschriften en rekeningen fikken prima in de achtertuin er staat net genoeg wind De katten hebben op het bed gescheten en gepist Jezus bijna de spiegel vergeten Dag schat hoe was het Heleen Hildering (1943) uit: Saaie gedichten voor huisvrouwen (1980) |