De ijswafel Andante Alighieri, dacht ik, heette -een mondvol heerlijkheid- de Italiaan die ons zijn ijswafel had aangedaan, nooit heb ik in iets lekkerders gebeten. Gehemeltemuziek ontstond spontaan na ieder scheppen van zo'n afgemeten hap kou onder die ook al niet te hete geelkoperen Vesuvius vandaan. Dat was een likken en een lekkebekken om maar vooral niets weg te laten lekken van hemelse verkoeling die nog wel zou werken in de hitte van de hel. Met grote gletschertongen in de monden liepen we ijstijdperken af te ronden. Kees Stip. Uit: Lachen in een leeuw. Bert Bakker 1993 |