Ik denk aan U
Gij mergelende dronkaards wáárheen voert uw weg? Uw huid bespant uw jukbeen elken dag weer strakker. 'k Las wél dat Bacchus was een joviale knaap belust op dans en zang, maar toch geen wreed tiran, een makker, en geen kwelgeest. Ik denk aan U o mergelende dronkaards die uw lach te vroeg verleerd hebt en wier vlees, door ziekt' of ander ongemak, verteert tot gij uw "Nooit meer" nooit meer zweert. Jan Hanlo 1912 - 1969 Uit: Verzamelde gedichten, Amsterdam 1970 Bron: Optima, Cahier voor literatuur en boekwezen. Themanummer Drank en Letteren 9 & 10 winter/lente 1985/86. Uitgeverij Joost Nijsen. |