Ik drink een nooit gebrouwen drank Ik drink een nooit gebrouwen drank - uit een Paarlemoeren Kroes - Geen van de Vaten aan de Rijn brengt je in zulk een roes! Dronken van Lucht - ga ik - En Liederlijk van Dauw - Zwaaiend door de zomerdag - uit herbergen van Hemels Blauw - En als de 'Waard'de dronken Bij zijn Kruidendeur uit gooit - als Vlinders - 'droesem' - laten staan - dan drink ik meer dan ooit! Tot Serafijn zijn Hoed afneemt - en Heiligen - naar vensters gaan - en daar de kleine Pimpelaar geleund - tegen de Zon - zien staan- Emily Dickinson 1830 - 1886 Uit: Gedichten, De Prom, Baarn 1986 Vertaling: Louise van Santen |