In Brabant aan de grenzen In Brabant aan de grenzen lei een brave grenadier, Bij Louwken in de Gouê Ton, daar was hij in kwartier, De hospes was een gulle vent, bij iedereen gezien, Maar 't beste, wat baas Louwke had, dat was zijn dochter Lien. In Brabant aan de grenzen lei een brave grenadier, Vrouw Louwke tapte van het vat hem menig pintje bier, Zij droeg een muts van echte kant, een zijden pelerien, Maar 't beste wat vrouw Louwke had, dat was haar dochter Lien. In Brabant aan de grenzen lei een brave grenadier, En Lieneke was hupsch en rap en deed hem veel plezier, Ze had twee ogen zwart als git, waarin je een brand kon zien, Maar 't beste, wat de dochter had, dat was het hart van Lien. Uit Brabant van de grenzen toog de brave grenadier, Van Louwke kreeg hij kist en kast en zeven vaatjes bier, Van moeder Louwke bed en bult, en hutspot bovendien, Maar 't best, wat hij gekregen had, dat was zijn wijfke Lien. G.W. Lovendaal 1847 - 1939 Bron: "Hoog het Glas", zangen uit noord en zuid, bijeengebracht door Gustaaf Van Elring. 1926 Aangeboden door Wijnhandel Ferwerda en Tieman, Amsterdam "Boek en Periodiek" R.J. Goddard - Den Haag |