Jan Gerstegraan Drie koningen uit de Kempen, Drie boeren, sterk en groot, Die hadden te zamen gezworen: Jan Gerstegraan moet dood! Zij hebben hem begraven Zeer diep in eene voor, Zij zegden: "Nu zal hij sterven," En trokken er van door! Maar als de zonnestralen Op 't veld zijn rondgegaan, Dan is Jan Gerstegraantje Weer vrolijk opgestaan. En na zeer weinig dagen Was hij in 't groen gekleed, En hield hij scherpe punten Tot steken weer gereed. En midden in den zomer Stond Jan daar fier en stout, Hij was nu rijk geworden: Zijn mantel blonk van 't goud. Toen kwamen de koningen weder En kapten hem in zijn been, Zij rukten hem her-en derwaarts En smeten hem daar dan heen. Zij hebben hem gebonden Gelijk eenen moordenaar En op de kar geladen: Toen voerden zij hem vandaar. Maar in de schuur gekomen, Ging 't spel opnieuw zijnen gang: Zij hebben hem wreed geslagen Met stokken dik en lang. Zijnen mantel, zijne wapens Verloor hij in 't gevecht; Hij werd met voeten getreden Door eenen boerenknecht. Dan moest hij leeren vliegen Door storm en woesten wind; Hij was zoo klein geworden Als een onnoozel kind. Men stak hem toen in zakken, Verkocht hem voor wat geld; Dat heeft de dikke brouwer Op tafel zelf geteld. Die nam, op zijnen wagen, Ons Jantje mee naar huis, En liet hem zachtjes rusten In eene warme kluis. Jan Gerstegraan ontwaakte, Stak de ooren langzaam op; De mouter kwam dan seffens Hem keeren met zijn schop. En twee drie dagen later Moest Jan voor goed er aan: Hij werd door booze beulen Geroosterd en gebraân. Toen werd hij nog geradbraakt, Gepletterd, keer op keer; Van onder de zware steenen Kwam hij dan stervend weer. Maar o! de woeste beulen, Die hebben, van wreedheid dol, Hem in eenen ketel gesmeten, Met ziedend water vol. Zij hebben dan gedronken Jan Gerstegraan zijn bloed, En er van rondgeschonken, Want ieder vond het goed. Dus laat ons lustig zingen Den roem van 't gerstegraan: Zoo lang de wereld zal draaien Moet Jan er nog bestaan! Jan van Droogenbroeck 1835 - 1902 Bron: "Hoog het Glas", bijeengebracht door Gustaaf Van Elring. 1926 Aangeboden door Wijnhandel Ferwerda en Tieman, Amsterdam |