Jenever en liefde
Jenever beide en liefde Verblijden een zeeman 't meest, Verbannen saam de zorgen En kwellingen uit zijn geest. By liefde en by jenever Blijft hoofd noch boezem ooit koel, En 'k smaakte vaak van beiden Een bijster prettig gevoel. Jenever beide en liefde, Wat zoetheên bieden ze ons aan! Wat zeeman, die zijn leven Hun invloed kon wederstaan? Maar liefde laat niet zelden Het hart ons van rust beroofd: En vaak kwelt ons jenever Geweldig met pijn in 't hoofd. Dan vloeken wy en schelden Op beider verleidingskelk, Verzweren hen voor eeuwig - Maar proeven ras weêr van elk. Jenever beide en liefde - Nooit wordt het genoeg gezeid - Zy doen ons telkens zwichten Voor hunne welsprekendheid. Laat vrij de vyand komen! - Door wie ook op aard bestreên, Niets doet ons immer zwichten, Dan liefde en jenever alleen. Dat van den gloed der liefde Ons hart bestendig dus brand; Wy drinken met jenever Het welzijn van 't vaderland! Jacob van Lennep (1802-1868) uit: Zeemansliedtjens (1852) |