Katers’ klaaglied Natuurlijk hangt ze liever in de kroeg en pocht dan over vette drankverhalen en over dikke katers van eerdere gelagen Vertelt graag over grote grappen van toen Toen alle gezelligheid nog echt was toen borrels van eenvijftig nog eenvijftig kostten en we de rekening, gewoon, eenmaal per maand, meteen aflosten Uren verstrijken, late momenten breken aan andere eenzamen klagen met haar hoe onrechtvaardig en wreed de wereld wel niet is Nog een, wat kan het schelen, vooruit dan maar hier zijn we samen met elkaar we deinen veilig op een roze wolk, lichtjaren van de wereld Tenslotte thuis, alleen schrijven we weemoedige gedichten hoe knus het was, die kroegsaamhorigheid Helaas stopte die weer met sluitingstijd Jos Rietveld 1958 Uit: Weer zien |