DE KERSENPLUK De ladder stijgt omhoog in het azuur en gaat meteen al in het groen verloren. Meikersen in je mond en aan je oren en in de emmer, pluk maar, pluk het uur. en pluk de dag waarop je vantevoren de zon hebt zien verrijzen en rood vuur uitgieten op het groen van de natuur waartoe je nu ook zelf schijnt te behoren. Het eten is de volgende etappe. Durf ik wel dat kersrode kersenpaar onder dat zwarte springerige haar brutaalweg van het oortje te happen? Geduld, geduld, het lieve leven roept. Mijn laatste oortje is nog niet versnoept. Kees Stip 1913 - 2001 Uit "Ik heb de liefde lief" De mooiste liefdesgedichten uit de Nederlandse en Vlaamse poëzie Samengesteld door Willem Wilmink (1997) Ooievaar Amsterdam |