De keukenprinses Er zijn vrouwen die doen het met tegenzin. Er zijn vrouwen die vinden het fijn. Mijn moeder doet het met veel plezier, Wat zal pa daar gelukkig mee zijn! Mijn moeder is een beste vrouw, maar koken kan ze niet, Ze maakt voor ons radijsjes klaar en noemt dat rooie biet. En aardappels als kiezelsteen of juist gekookt tot moes. Mijn moeder is een beste vrouw, het is gewoon een snoes. Er zijn vrouwen die doen het met tegenzin. Er zijn vrouwen die vinden het fijn. Mijn moeder doet het met veel plezier, Wat zal pa daar gelukkig mee zijn! Het hele huis dat walmt en rookt als ma weer bezig is. Het lijkt een middelgrote brand, dan braadt ze vlees of vis, Dikwijls rukt de brandweer uit, rijdt gillend door de stad. Mijn moeder is een beste vrouw, het is gewoon een schat. Er zijn vrouwen die doen het met tegenzin. Er zijn vrouwen die vinden het fijn. Mijn moeder doet het met veel plezier, Wat zal pa daar gelukkig mee zijn! Andijvie maakt ze aan met zand. Bij sla serveert ze slak. Die eten we met huis en al, dat verteer je met gemak. Je krijgt een ei van schokbeton, dat maakt een hakmes bot. Mijn moeder is een beste vrouw, het is gewoon een dot. Er zijn vrouwen die doen het met tegenzin. Er zijn vrouwen die vinden het fijn. Mijn moeder doet het met veel plezier, Wat zal pa daar gelukkig mee zijn! Soms maakt ze rijst met kouseband. (Ze is zo artistiek). De rijst is vaak nog taaier dan de stukken elastiek. Niet alles wat mijn moeder kookt, smaakt ons even fijn. Maar de nasmaak krijg je makkelijk weg met zeep en terpentijn. Hans Dorrestijn 1940 Uit: Bofkont en andere liedjes. 1976 |