Koffie op een maandagmorgen Met roerende gebaren slepend en groots van duim en wijsvinger en tafelzilver een romige slome orkaan te scheppen die niet het porseleinen panorama uit vliegt. Als de kolkende geurmoleculen niet bedriegen zoals in de sfeer van geluiden een binnenoorgesuis van gedempt walkmanpandemonium alles terugbrengt tot ongehoorde geruchten door zich als oploskoffie te verliezen in dit maandagmorgen-amalgaam van auto's, honden, gootsteenputjes, oude rook als laboratoriumvloeistof door elkaar gekinkeld met een enkel klinken van de bistrodeurklink dan ruikt het hier naar Zuid-Amerika, inderdaad! Een verrukkelijk Zapoteeks aroma, van goud en lood verloren transitieformule, gelukkige erfenis van Max Havelaar. Hilbrand Rozema 1971 Uit: Blauwe plekken. De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen 2003 |