Kolenwarmte In die jaren nog de Leuvense stoof, vader die met zaklamp en kolenkan uit het hok de zwarte warmte binnenbracht. En ik met Winnetou en Old Shatterhand in de gloed van de vurige kachelpot, de flikkering van vlammen in het centimeterkleine venster waar je de asse langs zag vallen. Avonden uit een ver verleden met cacao van Kwatta, krentenbrood dat als gebak op tafel en in de monden kwam. De klank van belcanto in lampenradio's met uit New York de vage, verre stem. Alles ingeduffeld door de zwarte steen die warmte in de huizen bracht. En de sierlijk roerende handen van moeder in de pap, de kokende aardappels of op kermissen de geur van vlaai, dat suikeren feest voor oog en tong. Willie Verhegghe 1947 Uit: Marcinelle, Poëziecentrum, Gent 2006 |