Kwee Kwee, late bloeier met je dwaze, late peer – de mensen van hier plukken je niet meer… Hard en zuur, maak je de tanden sleeuw, plakt klef aan het gehemelte, ruik reeuws. Maar eenmaal van je steencellen bevrijd, met liefde ingemaakt, wat rins en gekonfijt, of op mijn tong gelegd als kweeperengelei, smaak ik slechts nectar en proef malvezij. Kaki Kaki, ebbenboom vol vruchten die men hier niet lust, die alleen spreeuwen lokken in het najaar. Kaki, levensboom in Nagasaki. Nagasaki van de wrange vrucht die de mens dropt. Zwart is je schors, spierwit blijf je onder je bast, kaki die overleven kon in Nagasaki. Stefaan van den Bremt (1941) uit: Blauw slik (2013) |