Laatste avondmaal Het pleisteren smoel van de tijd, in tempera huiveren ontdane kleuren landschap dat zich opdringt en in het laatste licht degeen die achterbleef naar voren schuift liggen is zitten geworden, doorstaan de tafel gedekt voor het einde het brood in zijn handen verkruimeld en wijn heeft zijn lippen geverfd hij graait naar een slip van het laken en valt, valt dan voorover bederf vult de ruimte tot over de randen Hans Tentije 1944 - 2023 Uit: Drenkplaatsen. Gedichten 1975 - 1987. Amsterdam, 1994 Bron: De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten samengesteld door Gerrit Komrij Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam 1996 |