het laatste glas steeds weer ben ik, zo laat op de avond, aan mijn laatste glas toe en steeds weer bekijk ik het met bijzondere affectie. gewoonlijk heb ik wat uit de machine gekregen en ik reserveer dit laatste glas voor een toost op de goden die mij dit succes gunnen. vanavond, ik bedoel vanochtend vroeg, denk ik voor de eerste maal: het laatste glas? als het eens voorgoed het laatste is? het zal zover komen: de drankklok luidt voor iedereen. een vreemde gedachte dat je lichaam daar maar ligt en niets te drinken wil... je kunt het wel in mijn mond gieten maar nee hoor... Chinaski? nee, hij is geen lid geworden van de AA, hij is er gewoon pats boem! mee opgehouden. zomaar ineens! o ja? hoe kan hij dan schrijven? hij schreef alleen als hij dronken was. hij schrijft niet meer... dus hij heeft afgehaakt, hè? de klootzak, ik heb altijd al gezegd dat hij de kluit belazerde! intussen drink ik dit glas op de goden... ik kijk de morgennacht in en tel 8 telefoondraden 69 jaren 2 bomen meer zie ik niet... nog een half glas nu: één slok voor de goden, één slok voor mij... zo! wat een timing! wat een triomf terwijl de muren mij al omarmen en ik met muziek en vreugde op mijn hielen de slaapkamer inloop: alweer het perfecte laatste glas. Charles Bukowski. 1920 - 1994 Bron: Zeventig jaar gegist, verhalen en gedichten Vertaling Guido Golüke De Bezige Bij 1992 |