Boek Piet Paaltjens                                   Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing



Contact  

De lekkerbek

Vreest gij, dapperen, hier te kwijnen,
Treedt in 't vreemdenlegioen:
Frankrijk heeft bij de Algerijnen
Steeds kanonnenvleesch vandoen!
Ik? Ik blijf gerust in huis;
Doch misgun u buit noch kruis.
Siert uw hoofd met lauwerblaren...
Vrienden, zulken blaren laat
Ik alleen maar recht weervaren
In de saus der carbonaad!

Dichters, die voor al uw zweeten
Niet dan schimp en spot ontvingt,
't nageslacht zal niet vergeten....
Lijdt nu maar gebrek - en zingt!
Ik? Ik lach met eer en naam,
Louter damp is roem en faam;
En de damp behaagt mij enkel,
Als hem, dank der keukenmeid,
Ossenharst of schapeschenkel
Geurig om me heen verspreidt!

Boekenwormen, wereldwijzen,
Heel Europa moge luid
Uwe hooggeleerdheid prijzen,
'k lach u, heeren, vierkant uit!
Ik? Ik heb met eigene hand
Mijne boeken lang verbrand;
Één maar bleef er uitgezonderd,
Zie, 't is hier in mijnen rok,
Want dit werk, alom bewonderd,
Heet: De Nederlandsche kok!

Wilt gij naar het land der apen
En der papegaaien heen,
Om er goud in 't zand te rapen?
Beste maats, vertrekt alleen!
Ik? Ik ga volstrekt niet mee,
Want ik houd niet van de zee.
Liever reis ik naar den kelder,
Waar ik keur van wijn vergaar...
En al is 't er niet zóó helder,
Toch ben ik er seffens klaar!

Dat is 't leven, lekker smullen!
Wat ik zeg is geene flaus....
Roem en glorie zijn maar bullen,
Net als die van Romes paus!
Ik? Ik schat 'nen goeden disch
Boven alles wat er is,
En ik zal er God om bidden,
Makkers, dat het elken noen
Mij vergund zij in uw midden
Zóó mijn buikje deugd te doen!


Frans de Cort (1834-1878)
uit: Liederen (1868)