Boek Piet Paaltjens                                   Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing



Contact  

 Lied op landelijke wijze

“De bramen worden rijp, dra volgen ook de noten …”
en ’t is me of weer uw hand traag door mijn haren gaat,
terwijl hij stille spreekt; mijn oogen zijn gesloten
op deze zaligheid die weerom leven gaat.

Er was de reuk van grond en mist koelde onze slapen,
uw haar was goud, gelijk het vurig beukenloof,
en boven ’t klamme groen van beeten en van rapen
rookte er een rustig vuur van wrak aardappelloof.

— o Teerbeminde, uit gene dagen is mij gebleven
de ruimer liefde, die ’t onrustig hart verpoost;
al keert gij nimmer weer, ik heb voor gansch een leven,
herinnering en zelf-ontfermenden troost.


Karel Leroux (1895-1969)