Een lied ter ere van de wijn De graven waar de vaten wijn in heiligheid gekelderd zijn zijn vruchtbaar als de duisternis waarin een god begraven is. O licht dat binnenin begint en alle duister overwint. De zinnen streelt, de geest verblijdt dit teken van de zaligheid. Ashes to ashes, dust to dust, maar in de diepte van het fust geborgen in der aarde schoot verrijst het leven uit de dood. De wijn, dat levende gedicht, staat in het tintelende licht te stralen met een stille gloed. Een stem staat op en zingt zo zoet. Uit de geheimen van de nacht verrijst de wijn in volle pracht. J.W. Schulte Nordholt. 1920 - 1995 Uit: Om een bokaal vol wijn. 1967 Uitgeverij Van Lindonk. Amsterdam. Een bundel met 24 verzen van eigentijdse Nederlandse dichters, uitgegeven bij het 125 wijnjaar van Robbers & Van den Hoogen n.v., Arnhem. 1842-1967 |