Een lied van
den wijn.
Breng de bekers, breng de kannen en het volle, volle vat. Wijn, wij zijn verdroogde mannen. Maak ons weer eens duchtig nat! Troostelozer dan kameelen in de zonnige woestijn, waren onze droge kelen zonder uwen dronk, o wijn! Wijn, gij zijt thans weer de onze en ge vult ons: hart en zin! en ge doet ons bloed weer bonzen! Vloei verheugd ons keelgat in! Zet de bekers, zet de kannen naast het holle, holle vat! "Wijn, wij zijn verjongde mannen, Nimmer worden wij U zat!" C.J. Kelk 1901 - 1981 Uit: Rijnbende 1931 Meer informatie over Rynbende, blijmoedig maandblad van destilleerderij Rynbende vindt U hier: http://www.rynbende.com/ Bron: De dorstige dichter, omvattende een bescheiden verzameling gedichten en liederen uit nabij en ver verleden, handelende over den drank en zijn schenkplaats, over den dorstige en over de dorst vergaard door Han G. Hoekstra. Uitgeverij Bigot & Van Rossum N.V. Amsterdam 1939 |