Maart Ik geef je in maart aan vis een vette buit: forel en paling, karper en lamprei, dolfijn en steur, garnaal en zalm en blei, en al wat zich maar in de netten sluit; met kerels die op bark of vissersschuit, karveel of kotter zonder averij met groot genoegen en bij ieder tij de haven aandoen door jullie aangeduid: Een stad vol met paleizen en theaters en overvloeiend van amusement, een lustoord waar geen nonnen zijn of fraters, geen kerk of kluis, geen klooster of convent, geen dichte drommen dolgedraaide paters, die liegen en bedriegen voor een cent. Folgóre da San Gimignano (1270-1322) Vertaling Frans van Dooren |