Man in eetkamer (l'appetit vient en mangeant) De beweging waarmee hij het vlees naar de rand van zijn bord schuift, is een gebaar de manier waarop hij ademt maakt van de eetkamer een toneel de blik in zijn ogen beweegt langs het decor en blijft ergens tussen de meubels rusten meubels of meubelen? zo begint de man te peinzen de woorden bestek en servies, ons nagelaten vanuit vroeger tijden, ministers op vliegvelden achter microfoons, ongelukken in mistflarden, aanhoudend vrachtverkeer, nieuwe ronde, nieuwe prijzen, nieuwe kansen er ligt een boek op tafel en de bewoners van het huis zijn op reis of: op hun werk in ieder geval ergens anders en ze denken niet aan het boek dat ze thuis op tafel hebben laten liggen en dat ze al dan niet hebben vergeten, dat ze hadden kunnen oppakken, inpakken, meenemen moe zijn en slapeloos honger hebben en geen trek enzovoort. (jede Mahlzeit hat etwas von einem Friedensmahl) Het onderwerp van vandaag, zo spreekt de man, die nu naast een lessenaar staat, is de vraag: waarom eten wij? dat zien eten ook doet eten, bewees D. Katz met twee kippen waarvan de ene vol zat en de andere uitgehongerd was en duif lust graag een kroket maar zijn motoriek is daartoe onvoldoende aangepast en dan: waar is de honger? de honger is niet in ons en niet buiten ons maar over ons en duurt zolang wij er niet vrij van zijn de man zit aan de tafel in zijn ouderlijk huis met zijn vader en moeder en ze praten en hanteren het bestek en het servies en spelen hun rol in de kringloop van de materie dan komt zijn oom, die op het dressoir lag. overeind en zegt met grote ogen: ik eis een liefdesverklaring de man beziet zijn bord: de koolhydraten, de vetten, de eiwitten. Martin Reints 1950 Bron: Raster 53 Eetnr. De Bezige Bij 1991 |