Menu
Onder het aperitief
hadden wij elkander lief.
Bij het sneetje
champignons
was het heel goed tussen
ons.
't Was geen najaar. Het
was mei
bij de paling in gelei.
vogels zongen aan 't plafond
en we spraken van Yvon
met haar idiote nukken
en we scheurden haar in
stukken
en we veegden haar opzij.
Dat was dat en het was mei
Later, bij de omelet
kregen we het over Jet
en natuurlijk over
centen...
't Was gedaan met onze
lente.
Bij de tong à
la meunière
werd het openlijk
misère.
En ten slotte, bij de
gember
was 't weer
helemaal november.
En het kostte ons
waarachtig
vierenvijftig gulden
tachtig.
Annie M.G. Schmidt
Uit: Tot hier toe.
Querido's Uitgeverij 1986.
|