Moeders handen Je hebt het brood gesmeerd, onze kleren gekeerd, ons het pannetje toegeschoven en de sokken gestopt en ons ondergestopt... allemaal met je handen. Hebt de melk afgedekt en ons toffees verstrekt en kranten de wijk rondgedragen, hebt geschild en versteld en de hemden geteld... allemaal met je handen. Hebt ons menigmaal ook het warme onthaal van een oplawaai gegeven. Hebt ons grootgebracht, we waren met acht, zes zijn nog in leven... allemaal met je handen. Heet waren ze en koud, nu zijn ze oud. En met al onze schade en schande zijn we huiswaarts gegaan en we schikken weer aan en dan strelen we je handen. (naar de Duitse dichter Kurt Tucholsky, 1890-1935) Willem Wilmink 1936 - 2003 Uit: 'Ze zeggen dat de aarde draait', 1988
|