Moestuin
in juni Voor Vader De struikkristallen van de bessen, de koningsperenboom waar elk peertje een kroontje draagt op 't hoofd. de knusse wormframboos de sprookjesaardbei; kabouterneuzen, kaboutermutsen in 't rond gestrooid. De lichtgeschroeide perzikroos binnenin van hard tot zacht zoveel verandering belooft, en op de grondvijver tot in de nek gespierd de blarengrootvorst de rabarber, de gerouchde groene boerenkool, kool van Savoye heft in geest op strot en keel de monstrans van Savoye, en als vergrote gladiolen de jonge maisplant, groenlichte duiven neergestreken in lange reeksen, om over d'overeenkomst in de bloei van graaf-aardappel en baron-boon maar niet te spreken, d'augurk die reeds zijn valstrik zet en straks zijn vruchtrups in de loop belet, en tussen 't roerend kruid, croquante hagelslag van rode zuring, 't kleinst soort klaproos kleiner dan een speldje van een collectant verscholen in een zee van gras bedreigd door tienmaal groot're curieuze stenen. Dit plekje, en het is nu zeker, is gerekend in tafel van zoveel maal zoveel dagen ook verdwenen, want op dit jeugdvisioen plaveit men zo een straat. Lydia Dalmijn 1928 - 2020 Bron: Libertinage, jaargang 6 (1953), nr 6 -uitg. Van Oorschot |