De nieuwe vis Al bij opserveren van het exemplaar staken belendende tafels het graven van verdere greppels in de kastanjepuree, het afplaggen van de verruigde salades stagneert, wijnen talmen in geheven glazen: de gebruikelijke gezelligheid uit zee is deze vis niet. Een openbaring, opgehaald uit wateren van aanvang lijkt ze. Al ontbraken kop en staartvin, ervaren vissers verbeten hun tranen bij het zien van de borsten, de aanzet tot ledematen. Hoeveel soorten moesten vergaan voor deze ongeëvenaarde? Of zijn eruit ontstaan? Maar het ogenblik van nuttigen is daar. Ongewis moment: de kok stond voor een culinair raadsel. Hoe bereid je wat niet eerder bereid is en ogenschijnlijk in zichzelf volmaakt? Pocheren, braden, marineren? Overbodig, een belediging. En daarna? Hou je het simpel met zeewier en mootjes op toast of vraagt dit om een complexe brandade voor de meereisende maag? Rauw, ongesneden werd het, met struisvogelei en slobeendrollade. Zelfs het plonzend ijsklontenwater onderbreekt zich nu op het uitstroompunt. Daar steekt de uitverkoren eerste eter de eerste hap in zijn mond. Hij kauwt in stilte en ongekende overgave. Begint dan ijselijke kreten te slaken. Uit afkeer of extase? Minutenlang danst hij rond en bedaart tot verbijsterd staren. Zelfs na de soesjes kan hij er niet over praten. Erik Menkveld 1959 - 2014 Uit: Prime Time G.A. van Oorschot, Amsterdam 2005 |