Sluiting in Nieuw- Lekkerland Eerst was het Willige Langerak Alwaar men de traditie brak En 't laatste boerenkroegje sloot. Thans is het in het Lekkre Land Nieuw Lekkerland, zeer nauw verwant Aan 't luie oord voor klein en groot. Wie boort zich nog door rijstebrij En eet zich eerst een razernij Opdat hij komt in 't wondre land Waar niemand werkt en ieder eet Waar 't fijnst gebraad, al naar men weet Komt neergevlogen op ons hand? Geen sterv'ling wil er langer zijn Want wàt verzon het boos venijn In 't etersparadijs? Men mag er eten tot men klapt Maar niemand die er een neutje tapt. Voor hollebollegijs. En klimt de dorst al hoog en hooger Nieuw Lekkerland wordt allengs droger. Zeekanter. Uit "Rijnbende", 1932. Bron: De dorstige dichter, omvattende een bescheiden verzameling gedichten en liederen uit nabij en ver verleden, handelende over den drank en zijn schenkplaats, over den dorstige en over de dorst vergaard door Han G. Hoekstra. Uitgeverij Bigot & Van Rossum N.V. Amsterdam 1939 Rijmpje:
RIJNBENDE Rijnbende’s oude en welbekende zaak IJvert voor fijnheid in aroma en smaak. Naast haar verschillende zeer goede likeuren, Blijft de Zeer Oude Genever te keuren. Eenmaal geproefd, overtuigt het je sterk: Niets gaat er boven het “Rijnbende-merk”, Dank zij den tijd, dien in ’t grondvat ze sleet En ook de zorg, bij ’t bereiden besteed. |