Ochtendcafé De dag is vochtig en nog vroeg.... Barmhartige en gastvrije kroeg Wáár zijn toch uw gezellen? Wáár 's de muziek, die blijdschap spon, Die uw gezelligheid ontgon En ophitste uw rebellen? De meid gaat in uw ziel tekeer: Zij ontbloot harteloos het zeer En 't naakte van uw stoelen; Haar stofdoek hoont het pierement En 't wreevl'lig koper van de band, Ai mij! zie! het vertoornd serpent Schijnt zelfs op mij, onthutste vent, Zijn toorn te willen koelen! Het tafelblad kreunt om zijn barst; De naakte vloer grijnst en hij knarst Ontredderd aan de voeten. De kellner buigt en lacht beklemd; Mijn eenzaam bierglas klinkt ontstemd.. O foei, cafeetje in uw hemd, Adieu! ik wil u groeten! In memoriam "De Posthoorn" Gerard den Brabander. 1900 - 1968 Uit: De dorstige dichter, omvattende een bescheiden verzameling gedichten en liederen uit nabij en ver verleden, handelende over den drank en zijn schenkplaats, over den dorstige en over de dorst vergaard door Han G. Hoekstra. Uitgeverij Bigot & Van Rossum N.V. Amsterdam 1939 |