Ode aan de citroen Van de bloesem losgemaakt door het maanlicht, uit die vleug verbitterde liefde, gedrenkt in geur, ontsproot aan de citroenboom het geel van hun planetarium daalden de citroenen naar de aarde af. Onrijpe koopwaar! De kusten werden overspoeld, de markten, met licht, met in het wild groeiend goud, en we openden twee helften wonden, bevroren zuur dat stroomde uit de helften van een ster, en het meest oorspronkelijke sap uit de natuur, onveranderlijk, levend, hardnekkig ontsprong aan de frisheid van de citroen, aan zijn geurige huis, aan zijn zure, geheime symmetrie In de citroen sneden de messen een kleine kathedraal uit, de verborgen absis toonde de zure rozetten aan het licht en op druppels gleden de topazen uit, de altaren, de frisse architektuur. Dus, als je hand de helft van een doorgesneden citroen uitknijpt boven je bord stortte je en universum van goud uit, een gele kelk met wonderen, een van de geurige tepels van de boezem van de aarde, de lichtstraal die vrucht werd, het minuscule vuur van een planeet. Pablo Neruda 1904 - 1973 Uit: Dichten in de keuken. Chileens receptenboek met gedichten van Pablo Neruda. september 1985 Chili Komitee Amersfoort |