Ode aan de groente Al vorm ik met mijn vrouw een lekker paar Toch blijken onze smaken te verschillen, Want zij snapt niet wat alle mannen willen En maakt dus elke dag weer groente klaar. Maar ik als man ben er de man niet naar Mijn honger met konijnenvoer te stillen, Daarvoor heb ik gewoon geen smaakpapillen. Maar desondanks zijn vaak de rapen gaar. Mijn vrouw is immers net als alle vrouwen Die groente als gezonde kost beschouwen Waar ik naar haar idee niet buiten kan. Daarom licht ik de deksel van de pan En al moet ik met lange tanden kauwen Mijn groente zal ik eten als een man. Driek van Wissen 1943 - 2010 Voorwoord in het boek 'Groente-Top-10' van Florine Boucher en Anne Scheepmaker 2005
Meer gedichten
|