Ode aan de zeepalingsoep In de stormachtige Chileense zee leeft de rooskleurige zeepaling reuzenpaling van sneeuwvlees. En in Chileense stoofpotten langs de kust wordt vissoep gemaakt, dik en sappig, een zegen voor de mens. Je brengt de zeepaling, gevild, naar de keuken (zijn gevlekte huid glijdt af als een handschoen, en stelt de zeevrucht bloot aan de wereld) naakt glinstert de tedere paling klaar om onze honger te stillen. Je neemt nu de knoflook, liefkoos het kostbare ivoor, ruik zijn felle geur, meng dan het fijngehakte knoflook met ui en tomaat tot de ui een gouden kleur heeft. Stoom ondertussen onze koninklijke garnalen en als ze mals zijn en de smaak wordt gevormd door de dranken uit de oceaan en het heldere water uit het licht van de ui, voeg dan de paling toe zodat hij ondergedompeld wordt in glorie, zich vermengt met de oliën van de pot en krimpt en gaart. Al wat nu nog rest is het toevoegen van een scheutje room aan het brouwsel, een zware roos, breng de schat dan zachtjes naar de vlam tot in de vissoep. De essentie van Chili wordt verwarmd en op de tafel komen, pas getrouwd, de smaken van land en zee die je in dit gerecht de hemel leren kennen. Pablo Neruda 1904 - 1973 Bron: Gazet van Antwerpen Bijlage 2008 Van Afghanistan tot Zwitserland. Er stond niet bij van wie de vertaling is, heb dit wel gevraagd maar geen antwoord gekregen. |