Om met Gerrit te spreken Het is een heldere nacht, het is altijd onzinnige zomer, een tuin, een tafel met vlees en verhalen, een vrolijke maaltijd, men leeft maar men leeft maar voor eens en altijd is het een heldere nacht, een uitzinnige zomer, men praat en het gaat over niets wij gingen zitten in de geurende tuin en plukten de nacht Het is maar een ogenblik, terwijl alles gebeurt en het is al gebeurd, terwijl het vlees nog schroeit en het is al gegeten, de tuin nog geurt en zij is al uitgebloeid, men nog leeft en men heeft al geleefd in dat eeuwige leven, men schrijft en blijft niets wij gingen zitten onder de hemel en de nacht was een huis zonder huis Rutger Kopland 1934 - 2012 De Revisor 1993/3 Querido, Amsterdam |