Al ben ik oud, en stijf en stram van leden, Al ben ik oud, en stijf en stram van leden, Al kom ik ook gebukt deez' feestzaal binnen treden, Schoon meer dan 80 jaar mijn kromme schouders knellen, 'K voel weêr met nieuwe vaart mijn bloed door d'aadren snellen, Nu 't puik der jongeliên, de bloem van Leeuwards veste, Bij Wadman hier vergaard echt van het allerbeste, En drinkt, zoo 't mannen past, als, wacht eens, als kartouwen, Zoo dat voor een mensch een lust om te aanschouwen Gelijk Aenaeas eens, na jaren angstvol zwerven, Bij Dido in Carthaag een lekker maal mogt werven En hoendersoep, en slaai, en applenbolle En D'biefstuk, gort en haas, en ik en weet niet wat, Zoo eet Minerva's corps hier groente, vleesch en riest En tot dessert een taart des koekenbakkers Piest. Piet Paaltjens. Pseudoniem van François Haverschmidt. 1835 - 1894 |