Oude wijn Oude wijn van vreugd gekelderd, Die, mijn late lust en lied, Daaglijks op mijn tafel heldert In verkristallijnd verdriet - In het goud, dat 'k had gedreven Tot uw dronk aan jeugds festijn, Heb ik aan mijn mond geheven and'ren, zwaren, purpren wijn; Maar de lange, stille jaren Dat een god mij u onthield, zijt gij door bestendig klaren Tot dit ijle goud verzield, Dat, aan 't dorstig hart geschonken, Met een nieuw herboren jeugd Maakt der zielen zinnen dronken Van der goden lichte vreugd .... Iedre drank vraagt eigen beker: Zoetst en zuiver bovenal Drink ik uwe blijdschap zeker uit dit dun en broos kristal, Oude wijn van vreugd gekelderd, Die, mijn late lust en lied, Daaglijks op mijn tafel heldert In verkristallijnd verdriet. P.C. Boutens 1870 - 1943 Bron: De dorstige dichter, omvattende een bescheiden verzameling gedichten en liederen uit nabij en ver verleden, handelende over den drank en zijn schenkplaats, over den dorstige en over de dorst vergaard door Han G. Hoekstra. Uitgeverij Bigot & Van Rossum N.V. Amsterdam 1939 |