Overpeinzing bij een blik knakworstjes genoten op 't huwelijk van Karst Karsten en Gerda van de Westeringh Dit hemelse gerecht dat zich te lange leste bevrijd heeft van het keurs waarin het was gekneld, en bij de gastenschaar, ten feestgelag besteld de buiken bollen doet in de benauwde vesten liep eenmaal argeloos en vrolijk door het veld gehoorzaam aan de hand zijns meesters die hem mestte, en op een kwade dag met bloedbeluste geste gekerfd heeft en gekeeld, gepekeld en gepeld. Het varken is niet meer. Treur niet, genoten. Slik. Wat hij aan edels droeg, verduurzaamd in een blik, verheugt nog heden ons die hongeren en dorsten. Zo zullen eens van u, als van een hoger zwijn de zielen, stijgend uit den tijdelijken schijn wentlen in 't eeuwig licht als serafijne worsten. Kees Stip 1913 - 2001 Bron: Ik wou dat ik twee hondjes was, Nederlandse nonsens- en plezierdichters van de twintigste eeuw. Bijeengebracht en ingeleid door Vic van de Reijt. 1986 Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam |