PHILEMON EN BAUCIS* Op zoek in 't Phrygisch land naar de gastvrijen, - Uit hoofde van hun bokkige natuur Te dun gezaaid helaas in die contreien, - Stapten de twee goden in 't avonduur, Als mensch vermomd, naar de armoed'ge schuur, Waar Baucis sinds onheugelijke tijden De ruwe wol spon en hurkend bij 't vuur Voor haar Philemon 't avondmaal bereidde. De oudjes schrokken, haalden kaas en honing En wildbraad en wijn en menige zaak Die zij voor het oogstfeest wilden bewaren. De goden, zeer verzadigd in die woning, Besloten 't land te straffen, niet uit wraak, Maar enkel om die twee te kunnen sparen. Simon Vestdijk 1898 - 1971 –Gestelsche liederen - De Bezige Bij, 1949 (De twee goden zijn Zeus en Hermes die tevergeefs in Frygië gastvrijheid zochten en alleen in de schamele woning van het arme, bejaarde echtpaar Filemon en Baucis een warm en gul onthaal vonden. Het uit de Griekse mythologie stammende verhaal is op meesterlijke manier naverteld door de Romeinse dichter Ovidius in diens ‘Metamorfosen’.) |