|
Pilsje
in de Kempen
Allemaal
kerstbomen, dan heb je het
gehad en verdomd weinig te lachen.
Maar in de ruisende zomernacht staat
de rozerode tent van Van der Belgen,
de Parel der Kempen, maantje er boven,
beetje glim glim op het grint, geweldig.
Pilsje, praatje, van het een komt het ander,
leven en dood, tijd en eeuwigheid, de
liefde, de definitie van kunst, van jij
ziet het zus en een ander ziet het anders,
dus. Maar je kunt niet altijd alles
relatief zien, er zijn ook de grote,
regelrechte gevoelens waar het om gaat.
Dan valt er weinig te lachen, als uit het
kerkorgel-chroom van de jukebox het lied
klinkt van de blinde soldaat. Ik zie hem
voor mij, de arme kerel, in ieder blind
oog blinkt een traan als hij eindelijk
terugkeert in zijn geliefde Kempen en
tast naar zijn pilsje.
Rutger Kopland 1934 - 2012
Uit: Alles op de fiets
G.A.van
Oorschot 1970
|