Polei Dit kort gedicht biedt onvoldoende plaats om het vlooienkruid volledig te bezingen. Een ding staat vast: het wijze India taxeert het even hoog als het Gallisch land een lading peper. Twijfelt iemand nog hoe groot de heilkracht van dit kruid moet zijn, nu het rijkste volk op aarde er zulke bedragen graag aan spendeert, het volk dat waarlijk barst van ebbenhout en goud, en luxe biedt aan heel de wereld? Geprezen zij de wijsheid Gods, die ieder land met goede gaven ruim bedeelt. Wat zeldzaam is bij ons ligt elders weer massaal opgetast, terwijl goedkoop en simpel spul van hier voor hoge sommen naar verre keizers gaat. Zo baat de opbrengst van het ene land het andere, zo blijkt de wereld een groot huis. Kook wat vlooienkruid, mijn vriend, en drink het of maak kompressen: goed voor de spijsvertering. Veelal rept mijn lied van bewezen feiten met af en toe een detail op andermans gezag – dat mag, dat hoort erbij -: wat polei achter je oor voorkomt, schijnt, dat de zon je bij zwoele zomerhitte naar het hoofd stijgt. – Als rappe Thalia mij niet dwong het zeil te strijken en maande huiswaarts te gaan, dan plukte ik hier voor jou nog heel wat bloempjes. Walafried Strabo 808 - 849 Bron: Hortulus. De kloostertuin van Walafried Strabo vertaling Vincent Hunink. Website: Hortulus |