Restaurant De visstand zegt geen zeeduivel dus kies ik biefstuk van de struis. Een lieveheersbeestje banjert naar het uiteinde van een oranje rietje. Een muisje schiet onder de klapdeuren door naar de wittig dampende keuken. Popelend liggen mes en vork naast een ivoorkleurig vierkanten bord. Bromvlieg legt een onnavolgbaar parcours af langs lampen en tafels. ‘Gebraden dodo, meneer?’ vraagt de ober bevreemd. De kreeften in het aquarium halen opgelucht adem. Mijn drankje doet een ananas na. Micha Hamel 1970 Uit: Bewegend doel 2013 Uitgeverij Atlas Contact |