Reynders Je hoort de tikken van een carambool. ‘Twee pils, Piet.’ Stille drinker. Luide toaster. Het meisje met de eindeloze poster vangt bot. ‘De nieuwe Sappho’ ‘Het Parool.’ Rechtsachter kan je ook terecht. Men loost er zijn bier en overige alcohol- afbraakproducten met een parabool. Doorweekte peuken liggen op het rooster. De straal spat bruisend als een schaterlach in 't Amstelglas op deze zaterdag. Het schuim wordt goud aan de benedenkant. Die is voor Frans. Ik ben een zoenengever aan 't kelkje voor me met citroengenever, met in mijn binnenzak Vrij Nederland. Jan Kal 1946 Uit: Fietsen op de Mont Ventoux, 1979 Amsterdam. Uitgeverij De Arbeiderspers |