|
Rijpe
Druiven
De herfst
geurt vochtig en beslagen is het blad
met dauw, beslagen als de donzen wang der druiven;
de adem der natuur hangt zwaar over de stad,
in wolken die verwaaid over elkander schuiven.
Nu is het tijd dat men de druiven perst tot wijn
en in de kelders vaat tusschen vochtige wanden;
nu wordt het sap geperst uit wat door zonneschijn
verkozen was om op den godendisch te branden.
Fonkelend zal de wijn voor ons te gloeien staan,
als bij het winterfeest de ruiten dof beslaan,
gelijk in herfstkou de donzen wang der druiven.
Leg dan je
heete hoofd tegen het koele glas
en overpeins hoe zoet het geurend najaar was:
laat zonnezaad het winterhart bestuiven.
Alex Campaert (ps. Henri Morel) 1898 - 1969
maandblad 'Het Venster'' oktober 1934
|