het rila klooster eindelijk eens een klooster met een zebrahuid en met een buik vol vallende tandenknarsende engelen jammer dat in dit mooiste klooster dat ik ooit zag geen lieve nonnen maar slechts luizige poppen wonen maar buiten het klooster dicht bij de woeste bergbeek de herberg van de gesnorde yoegoslaaf die laat ons raki drinken raki raki raki zelfs sonja prins wordt dronken en die kan wat aan des anderen daags word ik met raki wakker met raki in mijn maag mijn hart mijn neus mijn strot 'mijn god ik ga dood' fluister ik uit 't bed 'geef mij papier ik moet mijn liefste 't laatste schrijven' maar redeker geeft geen gehoor, die snurkt en rakiet door Lucebert (1924-1994) uit: amulet (1957) |