LUD. SMIDS
1649-1720 TER EEREN DE JONGELINGEN, CHRISTOF. UCHTMAN, EN REINIER MENSING, beide te gelijk tot J.V.D.D. gepromoveerd, binnen Groningen, den 3 van Jun. 1679 Na datse haare Theses de Societate, over de maatschappye; en de Actionum cessione, van de cess; loffelijk bewaard hadden Consuêvere jocos vestri quoque ferre triumphe ERGO FIAT FEN R 0 E M E R Hoe grimmelt het hier van genooden, als stoff in een beslooten sonne-straal! ô reukwerk van soô n rijk promocy-maal, hier toe getaakelt naar een hemelsche methode, te weeten, voor een swarm van ouwe en jonge goden! Speelnooten, slaapje by 't gebraaden, en 't gesooden? kon jy, by sulk een disch, u leggen om te droomen? of sijn uw sinnen, door 't vernoegen, weg genoomen? sa wakker, konje noch je gulligheyt betoomen? de schootels steygeren, en springen an je mond; lief-hebbers, siet de roemers overstroomen, siet, self de wijn verheft sich van de grond, als of dit nat meê vreugd verstond. verstaat 'et vreugd? wie sou dan nu niet al sijn rouw, sijn hertseer, en verdriet, ('t sy lief, of liet) vermincken; doen sinken, en drinken een roemer wijn: t is medicijn, voor pijn. ô maatschappy, ô cessy! gy maakt ons deese vreugd, dit leeven doet ons deugd; niet waar, Doctooren? baasje, Koom, vulme dit beschreeven glaasie. LUDOLF SMIDS 1649-1720 |