Rondeel in de wijngaard Wijngaardenier, hoe wordt de oogst dit jaar? De schrale snoeischaar van de westenwinden zag ik vanmorgen langs de trossen gaan. Wil de kwetsuren met honing verbinden, vlecht zwachtels van verdriet en venushaar. Wijngaardenier, ik sterf van dorst dit jaar en er zal niet genoeg zijn om te drinken; de raaf strijkt neer in lichaams druivelaar en oogst de wijn van minnaars en beminden: onder het lover der herinneringen streel ik het gras als eens haar donker haar. Geef mij je wijngaard om hem leeg te drinken en bid God om een goede oogst dit jaar. Mattheus Verdaasdonk 1918 - 1966 Bron: Spiegel van de Nederlandse Poëzie door alle eeuwen 1940 - 1957. Deel drie Victor E. van Vriesland 1957 Meulenhof Amsterdam |