Boek Piet Paaltjens                                   Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing



Contact  

September

Bramen, bramen, zoete bramen!                                           oogstmaand september
Ha, nu zijn de jongens blij
En, waar zij een struik maar vinden,
Zijn ze er als de kippen bij.
Bramen, bramen, zwart en zoet,
Plukt men nu in overvloed.
 
En aan appels, peren, noten
Is er geen gebrek ook meer;
In de tuin zie je ze vallen
Zo maar voor je voeten neer;
Soms al liggen ze in een hoop
Op de markt voor elk te koop.

Zie dat varken lui daar liggen!
‘t At zich zeker dik en rond
Aan de vrucht, die ‘t overvloedig
Overal nog liggen vond.
Van zijn bigjes klautert één
Over zijn vet lichaam heen.

Op de dorpen uit de schuren
Kan men somtijds nacht en dag
‘t Lustige geklapper horen
Van de forse vlegelslag.
‘t Zijn de dorsers, die zo ‘t graan
Uit de goudgele aren slaan.
 
Vóor de maand heel is verstreken,
Neemt het Kamp voor goed een end,
Want het werd voor de soldaten
‘s Nachts vrij koel al in de tent
Bruin, verbrand, maar sterk en vlug,
Keren ze in de stad terug.

J.J.A. Goeverneur  1809 - 1889
Bron: ‘De twaalf maanden van het jaar in zestig tafereeltjes met rijmen van J.J.A. Goeverneur’ uit omstreeks 1875.